Klachten ontstaan door een veelheid van factoren. Voor cliënten leiden klachten er vaak toe dat de ziekte of aandoening nog ingrijpender en meer belastend wordt. Voor zorgverleners en -aanbieders leiden klachten mogelijk tot emotionele belasting, conflicten, (onnodige) imagoschade en extra kosten. Goede omgang met klachten van cliënten is daarom een zaak van velen. Het is niet iets om over te laten aan één instantie, bijvoorbeeld een klachtencommissie. Die overtuiging spreekt uit de opbouw van de Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg. Deze wordt gekenmerkt door een integrale opzet, waarbij de aandacht niet alleen is gericht op klachtenbehandeling in engere zin, maar ook op de omgang met klachten door zorgverleners zelf en het gebruik van klachten ter verbetering van de kwaliteit van zorg. In de richtlijn is rekening gehouden met de verschillen die bestaan tussen de diverse zorgsectoren. Er zijn aparte varianten van de richtlijn gemaakt voor instellingen en vrijgevestigde beroepsbeoefenaren en waar nodig zijn sectorspecifieke aanbevelingen opgenomen. De aanbevelingen zijn kort en kernachtig geformuleerd en voorzien van een uitvoerige toelichting met onderbouwing en suggesties voor implementatie. Deze worden geïllustreerd door praktijkvoorbeelden en verslagen van acht proeftuinen. Tevens is een apart overzicht van aanbevelingen beschikbaar.
De totstandkoming van de richtlijn kenmerkte zich door uitwisseling en dialoog tussen veel partijen met zeer uiteenlopende achtergronden. Dit was een stimulerend en inspirerend proces. Het doel van de richtlijn is dat ‘klager’ en ‘aangeklaagde’ zich met respect behandeld weten en dat een klacht wordt gezien als een stimulans om te komen tot betere zorg.
ISBN: 9789085230502